Inhoudsopgave Vorige pagina Volgende pagina
9

Op weg naar huis zitten we met de auto in de file, maar het maakt voor mij niet zoveel uit.

Ik geniet van de omgeving en de gedachte weer naar huis te gaan fleurt mij weer een beetje op. Een paar uur later voor de televisie, met een kopje koffie bij de hand, is alle narigheid van die dag al weer gauw vergeten.

22 mei 1986

 
Mijn nichtje

Op een koude winterdag werd mijn nichtje Nellie geboren op de tiende januari 1933 in het plaatsje Zevenbergen, een dorpje in West-Brabant. Het huis waarin zij woonde lag buiten het dorp en zij groeide daar op tot groot genoegen van haar ouders als een lief en braaf meisje. Ze was een voorbeeld van deugd voor alle kinderen. Ook ik moest van mijn moeder daar een voorbeeld aan nemen.

Zij speelde in de moestuin van haar ouders, waar van alles te ontdekken viel: bloemen, vogels, vlinders en nog veel meer. Later mocht ze buiten de moestuin spelen en huppelde en sprong als een jong veulen. Samen met haar vriendinnen speelde ze tussen de korenvelden, waar de korenbloemen en de klaprozen in bloei stonden. Ook reed er een trein door de polder die verschillende keren per dag voorbij kwam. Ze zwaaide dan met haar kleine handje naar de mensen die in de trein zaten.