Inhoudsopgave Vorige pagina Volgende pagina
35

"Voor de inrichting om precies te zijn," zo sprak hij, zichtbaar zorgeloos.
Dit werd mijn vader toch echt te veel. Allereerst werd hij spierwit, daarna vuurrood en voor hij ontplofte siste hij even. En met een donderstem schreeuwde hij: "Wat denk je wel niet...! Dat mijn geld op m'n rug groeit...? Als 'Meneer Pastoor' zonodig zijn huis wil inrichten, dan moet hij dat maar zelf betalen. Als ik stoelen of schilderijen nodig heb, kan ik ook niet bij de buren een collecte gaan houden. Ik moet hard werken voor mijn geld en dan pas koop ik de stoelen en de schilderijen die ik nodig heb."
De Pastoor keek met een verontwaardigd gezicht; en dacht zeer waarschijnlijk: Hoe kan een mens zoveel onbegrip hebben voor de noden van een kerk.
"Ik zal voor u bidden...!" zei hij verschrikt. Maar voor mijn vader was de maat vol en hij gooide de deur voor zijn neus dicht.

* * *

Ter ere van het Paasfeest was mijn vader toch nog een keer naar de kerkdienst gegaan,

36

want Pasen is tenslotte geen gewone zondag. Toen hij thuis kwam, zag ik meteen dat er iets was.
"Ik ga nooit meer naar de kerk!" bromde hij, met een boos gezicht.
"Wat is er aan de hand Pa?" informeerde ik voorzichtig.
Hij zuchtte en zei: "Verdomme...! Ben ik toch bijna verzopen in de wijwaterbak!"
Ik begon te lachen.
"Ja, je moet er niet om lachen," zei hij, "het is echt waar. Kijk naar m'n jas, die is kletsnat."
Ik keek naar zijn jas en zag dat hij wat overdreef.
"Hoe kan dat nou?" vroeg ik verontwaardigd.
Hij grinnikte even en toen legde hij het mij uit. "Je weet toch dat achter in de kerk de wijwaterbakken aan de pilaren zijn gemetseld?"
Ik knikte.
"Nou ik leunde met mijn hoofd op m'n hand en met mijn elleboog op de rand van de bak. Na een kwartier ben ik in slaap gesukkeld en glee toen zo met mijn elleboog in de wijwaterbak, het water kletste met kracht uit de bak. Iedereen die om mij heen stond heb ik ook nat gespetterd.