Inhoudsopgave Vorige pagina Volgende pagina
59

"Ik zou het fijn vinden als jij ook bij ons zou komen Nel," zei Adriaan en hij keek me vol verwachting aan.
"Ik zal er over denken," zei ik. Hij was zo verschrikkelijk enthousiast, zodat ik niet durfde te zeggen dat het mij allemaal wat tegen viel.

Opeens riep een verzorger dat Adriaan moest komen, er was iemand aan de telefoon voor hem. Toen kwam de verzorgster Ans naar mij toe. (Ans was mij toegewezen als vaste verzorgster.)
"Nel", zei ze, "je moet nu aan het werk, zeg mij wat je het eerst zou willen doen?"
"Laat mij maar typen," zei ik, want dat leek me nog het enige, wat voor mij in aanmerking kwam.
"Kan je dan typen?" vroeg Ans.
"Ik heb het nog nooit gedaan, maar dat zal toch niet zo moeilijk zijn," antwoorde ik.
"We zullen zien," zei Ans, "ik ga eerst de typemachine klaarzetten."

Een van de twee oudere vrouwen die aan de overkant van de tafel had gezeten, was intussen bij me komen zitten en onverwacht zei ze: "Nel, kan je muziek maken?"

60

"Nee," zei ik.
"Kan je dan zingen?" vroeg ze weer.
"Nee, ik ben niet zo goed bij stem," antwoorde ik.
"Dan speel je maar tamboerijn," zei ze, "dat kan iedereen. Je hoeft alleen maar je vuisten tegen dat ding aan te slaan, kijk zo." De vrouw deed net alsof ze een tamboerijn in haar handen had.
"Nee," zei ik, "ik denk niet dat ik dat kan hoor. Trouwens ik ga typen." Ik probeerde te glimlachen.
"He, wat jammer nou," zei ze, "het is net zo leuk om muziek te maken en we hebben een persoon te weinig."
"Ja, dat spijt me voor je, maar ik doe niet mee," zei ik weer.

Gelukkig kwam Ans mij al gauw ophalen om naar de aangrenzende kamer te gaan, waar ze de typemachine voor mij had klaar gezet. Ans gaf mij papier en wat teksten en ik kon aan de slag. Vier regeltjes moest ik uittikken, dus ik had al vlug niets meer te doen. Toen ging ik wat rond zitten kijken.