Delhi, de hoofdstad van India, heeft veel monumenten uit de tijd van de vorsten van het islamitische Mogolrijk. De Mogolperiode bereikte een hoogtepunt tijdens het bewind van Sjah Jahan in de 17e eeuw. Bouwwerken uit verschillende periodes zijn onder meer het Rode Fort, de Jama Mashid (de grootste moskee van India), het graf van keizer Humayun, maar natuurlijk ook het graf van Ghandi. In het oude hart van Delhi (Chandni Chowk en omgeving) komen we in het bruisende straatleven van de stad terecht.

Het Meherangarh-fort in Jodhpur is een prachtig Rajput-fort met een zeer interessant museum. Ook maken we een excursie per jeep in de Thar-woestijn. Op deze tocht komen we door dorpjes van de halfnomadische Bishnoi. De bevolking leeft hier zeer traditioneel en is nog zeer duidelijk in ‘kasten’ (sociale groepen) ingedeeld. Het kastenstelsel is een strak hiërarchisch systeem waarin de hogere kasten worden gezien als ritueel zuiver terwijl de lagere kasten als ritueel onzuiver worden beschouwd.

Op weg naar Udaipur bezoeken we de Jain-tempels van Ranakpur, die in een mooie groene vallei liggen. Het enorme tempelcomplex bezit prachtige uit steen gehouwen decoraties, een lust voor het oog. Van de 1.444 pilaren die deze tempel telt zijn er geen twee gelijk. Na dit bezoek rijden we, het Aravalli-gebergte doorstekend, verder naar het zuiden en bereiken Udaipur.

Het oude deel van Udaipur is heel kleurrijk met z’n nauwe straatjes, vele marktjes en druk straatleven. Aan de oever van het Pichola-meer ligt het City Palace, het grootste paleizencomplex van India. Tijdens een rondgang door het paleis lopen we door de vele met glaswerk en siertegels gedecoreerde vertrekken. Vlakbij het paleis ligt de 17e-eeuwse Jag-dish-tempel met fraaie, uit steen gehouwen versieringen; de tempel is gewijd aan Vishnu, een van de hoofdgoden van het hindoeïsme.

We maken een boottocht over het Pichola-meer en wandelen langs de oevers. Daar bevinden zich vele bad- en wasplaatsen waar het een drukte van belang is. Op het Jag Niwas-eiland bevindt zich het Lake Palace. Dit in 1754 gebouwde paleis is thans een luxueus hotel. ‘s Avonds dineren we in deze koloniaal aandoende omgeving.

Jaipur is de hoofdstad van Rajasthan. Jaipur wordt in navolging van Jaisalmer en Jodhpur ook geïdentificeerd met een kleur, namelijk roze. De ‘Roze Stad’ werd in 1728 gesticht door maharaja Sawai Jai Singh II, een voor zijn tijd zeer vooruitstrevend man met moderne ideeën over stedenbouw die hij bij de bouw van deze, naar zichzelf vernoemde stad, in de praktijk bracht.

In de voetsporen van de maharaja’s bereiken we per olifant het Amber-fort. Dit complex van paleizen neemt je mee terug in de tijd, en geeft een goede indruk van het leven in vorige eeuwen aan het hof. Behalve de diverse ontvangsthallen van de maharaja’s is vooral de Spiegelhal de moeite waard.

Het beroemdste bouwwerk van Jaipur zelf is de Hawa Mahal oftewel het Paleis der Winden. De prachtig gedecoreerde gevel domineert de hoofdstraat van de oude stad. Dit paleis werd vroeger gebruikt door de vele vrouwen van de maharaja, die zich niet in het openbaar mochten vertonen maar toch de processies in de stad wilden zien. Niet ver van de Hawa Mahal ligt het City Palace van de maharaja’s en de Jantar Mantar, een imposant bouwwerk voor astronomische observaties.

De Mogol-stad Fatehpur Sikri werd in de 16e eeuw door keizer Akbar gebouwd. Om nog onduidelijke redenen werd de (overigens goed bewaard gebleven) stad na enkele jaren verlaten. De toegangspoort van de Jama Mashid-moskee is de hoogste poort van India. De Panch Mahal is een vijf verdiepingen hoog gebouw vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de oude Mogol-stad.

De Taj Mahal in Agra is een van de mooiste gebouwen ter wereld en een onbetwist hoogtepunt. Het werd door Sjah Jahan in de 17e eeuw als graftombe gebouwd voor zijn geliefde vrouw Mumtaz Mahal. Het gebouw is geheel uit wit marmer opgetrokken en ingelegd met halfedelstenen en zwart marmer.

Varanasi is de heiligste stad van de hindoes. Wie hier sterft kan volgens hun geloof in één keer toetreden tot het Nirvana, de ‘hemel’. Het is een belevenis rond te dwalen door de nauwe steegjes en straatjes van de oude stad, die bevolkt worden door honderden pelgrims en heilige mannen (sadhu’s).

We maken een boottocht in de vroege ochtend langs de ghats, de terrassen langs de oever van de rivier de Ganges. Veel pelgrims komen hier bij zonsopkomst om te bidden, te baden, de was te doen en hun tanden te poetsen, tegelijkertijd een sfeervol en indrukwekkend schouwspel. Hier vinden ook de fascinerende lijkverbrandingen plaats. Na de crematie wordt de as over de heilige Ganges uitgestrooid.